Spinners en wevers
Het thuisweven bleef veel langer bestaan dan het thuisspinnen. De garens werden in de 19e eeuw in toenemende mate kant en klaar aangeleverd (of opgehaald bij) door de opdrachtgever. En daarbij ging het naast wollen garens vooral om katoenen in mindere mate linnen garens. Spinnen was verder een vak apart, naast het weven, dat vooral door vrouwen gebeurde.
Een halve eeuw bestond er een parallelle arbeidsmarkt: naast machinaal wevers, in de fabrieken, waren er de handwevers thuis. Deze laatsten moesten in de overgrote meerderheid genoegen nemen met steeds minder loon voor meer werk, om te concurreren. Daarnaast waren er thuiswevers, met name in de linnennijverheid, die bijzondere vaardigheden hadden waarbij zij nog lang concurrerend waren. Zij konden patronen weven die machinaal niet of slechts onrendabel gemaakt konden worden. Mbt de textiele technieken: zie de website van Erfgoed Brabant
Reactie toevoegen