De melkbus

Twee keer per dag moesten de koeien gemolken worden. Een gemiddelde boer had er een stuk of zes, en daarnaast nog een paar varkens, wat kippen, en zijn land. De melk bewaarde hij in melkbussen, die gekoeld werden in de waterput tot ze werden opgehaald met een kar om naar de plaatselijke zuivelfabriek te worden gereden. Daar werden ze geleegd en vervolgens weer teruggebracht naar de boerderij.