De varkensmarkt
In veel wat grotere Brabantse dorpen en in de steden werden veemarkten gehouden. Op algemene veemarkten werden koeien, varkens, paarden, schapen en bijvoorbeeld kippen verhandeld, maar vaak ging het om speciale markten, gericht op de handel in een diersoort. Straatnamen, zoals de Paardenmarkt en de Schapenmarkt, herinneren hier aan.
Een bekend voorbeeld was de wekelijkse veemarkt in ’s-Hertogenbosch. Vroeger werden de dieren hier in de open lucht verhandeld; vanaf 1932 gebeurde dat in de overdekte veemarkthallen. Uit de wijde omgeving togen de boeren op een marktdag in alle vroegte naar de stad om daar hun overtollige dieren te verkopen of juist om er dieren te kopen. Voor de meeste boeren was dit echt een uitstapje en er werd dan ook nogal eens gestopt voor een borrel. De kroegbaas deed goede zaken op de marktdag.
In Brabant waren er natuurlijk ook speciale varkensmarkten, zoals die in Breda en 's-Hertogenbosch. Daar werden bijvoorbeeld varkens voor de slacht verhandeld, maar ook biggen, waarmee gefokt kon worden. Met handje-klap bepaalden koper en verkoper de prijs. Het handje klappen duurde tot de vraagprijs en de biedprijs elkaar hadden bereikt en de overeenkomst was gesloten.