Het schuttersgilde
Tussen 1200 en 1500 werden in alle steden en dopen gilden opgericht. Je had de kerkelijke gilden, toegewijd aan een heilige, die zorg droegen voor de armen- en ziekenzorg. De ambachtsgilden waren een soort beroepsverenigingen. Zo had je bijvoorbeeld een schoenmakersgilde of een koperslagersgilde; ook zij hadden hun gilde-heilige. Als derde type gilde ontstonden de schuttersgilden voor de verdediging van stad of dorp, natuurlijk ook met een kerkelijke patroon.
De schuttersgilden hebben tot na de Tachtigjarige Oorlog een functie gehad bij het verdedigen van have en goed. Ook nadat de ambachtsgilden aan het eind van de achttiende eeuw vrijwel geheel van het toneel verdwenen, bleven de schuttersgilden bestaan, al was dat dan meestal sluimerend. In de loop van de negentiende eeuw herstelde het schutterswezen zich.
In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw zien we vooral in Brabant een grote opleving van schuttersgilden die ingeslapen waren. Ze hebben uiteraard geen enkele militaire betekenis meer. Het is meer ‘traditie’ en folklore geworden. (bron: Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden)
Nog steeds schieten ze met kruisboog of geweer, organiseren ze evenementen, zoals het koningschieten, en houden ze optochten door de straten. Veel plaatsen in Noord-Brabant en Limburg hebben dan ook nog (of weer) een eigen gilde waarvan de gildeleden regelmatig in hun kleurrijke kledij met vaandels door de straten trekken en feestelijkheden opluisteren.