Brabants binnenhuis
Het woonvertrek van de oude Brabantse boerderij bevond zich in het voorhuis. Daar was ‘den herd’, het grote middengedeelte van de woning met daarin de vuurhaard. Hier woonde de hele familie, samen met de eventuele inwonende knechten en meiden.
De schouw
Het vuur in de schouw was de enige bron van warmte in de woning. Als het heel koud was, gingen de mensen dan ook onder de schouw zitten. In de schouw werd ook gestookt om de maaltijden te bereiden. Grote potten of ketels hingen dan boven het vuur te sudderen. De borden op de richel op deze kaart staan daar ter versiering. In de schouw stond een bak voor het haardhout. Vaak was er ook een oven om brood in te bakken.
Kabinet
Den herd was verder ingericht met een tafel, met daar rond omheen de bekende Brabantse knopstoelen, en een grote kast, het kabinet. Op dat kabinet stonden stolpflessen met daarin de heiligenbeelden van het gezin. Op bovenstaande prentbriefkaart zie je boven het kastje ook nog foto’s en religieuze schilderijen hangen.
Zanten
Vuil van het erf of het bedrijfsgedeelte werd zo het woonhuis binnengelopen, aangezien een portaal of gang ontbrak. Een goedkope en doeltreffende oplossing was het bestrooien van de vloer met een zandlaag die vocht en vuil absorbeerde. IJverige boerinnen zantten dagelijks de vloer. Hiervoor strooiden zij speciaal voor dit doel gegraven en gedroogd wit zand op de tegels. Met fijne straaltjes uit de dichtgeknepen hand werd het zand uitgestrooid. Een geoefende boerin creëerde zo de mooiste artistieke zandpatronen in haar woning.
Enige raam
De voordeur kwam meteen uit in het woonvertrek en bestond soms uit twee gedeelten, de zogenaamde halfdeur. Naast deze voordeur bevond zich het grote en enige raam, dat met het bovenlicht van de voordeur het enige daglicht in de woonruimte verschafte.
Vanuit het woongedeelte kon je op de voorstal komen. Ook was daar een deur naar de spoelkeuken, de geut genoemd, en daarnaast een opkamer met daaronder de kelder. Aan de andere kant waren enkele bedsteden. Als daar ruimte voor was, waren er soms nog een aantal losse kamers met daarin de bedsteden.